La Bouillonnante de zwaarste trail van Belgie
De Bouillonnante is een trail die ik altijd al een keer wilde lopen. De Bouillonnante wordt bestempelt als de zwaarste trail van België.
Toen de dag van de trail naderde zag ik er als een berg tegenop, want ik had een ontzettend zware week achter de rug waardoor ik dacht dat mijn voorbereiding in de soep was gelopen, want vijf nachten bijna niet slapen en emotioneel een wrak zijn kan niet veel goeds doen voor je fysieke prestatie. maar goed ik had wel zin om even weg te zijn van thuis. ik kon met Ronnie en Janna meerijden naar Zuid-België. We overnachtte met zijn vijven in een stacaravan.
Wederom sliep ik die nacht voor de wedstrijd slecht, ook al lag het niet aan de bedden of de omgeving, maar ik kon geen rust in mijn hoofd krijgen.
De ochtend van de wedstrijd voelde ik me niet goed en twijfelde of ik wel moest gaan starten. maar met niet starten zou ik alleen mezelf hebben, ik kon het allicht proberen en dan zien of ik hem uit kon lopen. dus zodoende reden Ronnie, Janna, Matthew, Huub en ik naar de start in Bouillon. Het was koud maar verder helder en mooi weer. Dat in tegenstelling van de dag ervoor, want toen had het flink geregend waardoor het parcours wel eens glad en modderig zou kunnen zijn.
De start was in het kasteel van Bouillon. Erg mooi om hier een wedstrijd te starten! Als eerst moesten we door de tunnels van de kerk, deze waren pik donker dus ik had geen idee wie er voor of achter me rende. Er waren zo'n 500 deelnemers aan de 56km.
De race begon met een afdaling richting de rivier, vervolgens rende we langs de rivier richting de bossen van Bouillon en omstreken. De omgeving was schitterend: veel natuur met nostalgische Belgische en Franse dorpjes waar je werd aangemoedigd in het Frans door de lokale bevolking. Het parcours zal deze dag flink op en neer gaan om uiteindelijk totaal 2500 hoogtemeters af te leggen en 56km. De klimmen en afdalingen waren steil.
Bij de eerste afdaling was ik iets te enthousiast en viel ik op mijn bips. Gelukkig geen harde val, maar ik wist niet of die nou wel zoveel goeds beloofde voor de rest van de dag... Op zich voelde het rennen lekker en kon ik goed in mijn ritme komen. Het overgrote deel van de route vond zich plaats in het bos over single tracks van bospaadjes en rotsen. Heerlijk af en toe wat handen en voetenwerk om naar boven te klauteren, I love it!
Er waren tijdens de koers twee bevoorrading posten, een op 12 km en een op 26km. De race moest je met name zelfvoorzienend doorkomen, dus je moest je eigen rugzakje meenemen vol met drinken, sportrepen, EHBO en extra kleding. Ook werd er van je verwacht dat je je eigen beker meenam want bij de posten kreeg je alleen drinken in je beker, want ze deelde geen bekertjes uit ivm milieuvervuiling, wat ik een erg goede zaak vind.
Tot 27 km ging de race eigenlijk voorspoedig geen pijntjes, geen kwaaltjes en ik liep lekker. Alleen na de tweede post kreeg ik het even zwaar. Ik was weer veel te veel aan het denken en mijn benen begonnen wat te protesteren. Gelukkig kon ik me herpakken toen er weer technische stukken waren, waar ik me wel op moest concentreren anders donderde ik naar beneden. Ik had nog steeds geen benul waar ik in de race lag, want ik had nog geen vrouw gezien onderweg en kwam steeds dezelfde heren tegen. Mijn sterke punt is klimmen en afdalen, dus daar kon ik vaak mensen inhalen, terwijl zij mij weer inhaalde op de relatief wat vlakkere stukken.
Nadat ik een lang stuk helemaal alleen had gelopen, kreeg ik opeens een ontzettende steek in mijn kleine teen, het leek wel of er iemand met een mes insneed. Ik dacht even dat het gedaan was met de wedstrijd, maar ik probeerde door de pijn heen te lopen en dat lukte. Na de race kwam ik erachter dat mijn kleine teen er half aflag en meer bestond uit bloedblaar dan teen.
Mijn bovenbenen begonnen wel steeds meer pijn te doen en het afdalen was geen pretje meer. Ik wilde op dat moment liever klimmen dan dalen. Maar ik moest nog wel zo'n 20km en dat is best lang, zeker als je er 26 loodzware kilometers erop hebt zitten en je in je achterhoofd weet dat het laatste deel van de trail de zwaarste en heftigste kilometers zijn, want op 40 kilometer heb je ‘The Wall’, de beruchte beklimming van 600meter lang en 150 hoogtemeters naar Rochehaut.
The Wall kwam in zicht, en poeh wat was hij steil. Het was onmogelijk om deze klim op te rennen en je moest zelf sommige stukken als een aap naar boven omdat hij meer dan 45 graden steil was. Na de Wall was het nog niet over met de steile klimmen, ze bleven maar achter elkaar doorgaan en op de afdalingen kon je ook niet echt vaart maken, want deze waren net zo steil. En daarbij konden mijn benen de afdalingen ook niet meer aan. Gelukkig was ik niet de enige die daar last van had. Iedereen die om me heen liep die had het zwaar.
Er werd geregeld door medelopers aan me gevraagd hoeveelste dame ik lag. Ik had geen idee want ik had geen vrouw gezien de hele rit. Ik had van het publiek opgevangen dat ik ‘troisième Femme’ was, dus ik had zo'n vermoedde dat ik derde dame lag. De laatste kilometers van de trail had ik het ontzettend zwaar, zowel mentaal als fysiek, ik kon echt bijna niet meer en tot de laatste km was ik aan het twijfelen of ik de finish wel ging bereiken, want ik had zo'n ontzettende pijn in mijn bovenbenen...
Ook zat ik constant achter me te kijken, want als ik werkelijk als derde dame lag dan wilde ik koste wat kost voorkomen dat ik in de laatste kilometer zou worden ingehaald, want zo competitief was ik dan ook wel weer en daarbij wil ik ook niet stoppen, omdat ik dan weet dat ik mensen van wie ik hou teleurstel. Ik denk dat dat ook wel mijn kracht is geweest om niet te stoppen. Als ik denk dat ik er bijna ben, hoor ik uit het publiek dat ik nog zo'n 4 km moet... “maar ik kon echt niet meer”. Gelukkig kwam een Nederlander me tegemoet gelopen en zei 'nee joh, je bent er echt bijna nog geen kilometer ver is het nog', “poeh dat stelde me erg gerust”. Ik wist dat ik op het laatst nog een klein klimmetje voor mijn kiezen kreeg totdat ik over de finish zou zijn, maar dat klimmetjes stond vol met publiek dat mij toejuichte. Al juichend door het publiek, Huub en Ronnie bereikte ik de laatste meter van deze zware, maar prachtige trail. “Zou ik echt derde dame zijn???” Toen ik over de streep kwam kreeg ik een overweldigend applaus en ontving ik meteen een grote bos bloemen. De hele tent vol toeschouwers juichte me toe, “wat heerlijk om zo over de finish te komen, zeker als je het zo zwaar hebt gehad het laatste stuk”. “Derde vrouw dus dacht ik, echt mooi dat ik ondanks de omstandigheden zo'n goede race heb kunnen lopen”.
Tegen Ronnie en Huub zei ik, “wat leuk zeg dat je zo wordt onthaalt door het publiek als je binnenkomt, ook al ben ik derde dame”. ‘Nee joh, zeggen ze, je bent eerste!’ “Eerste...., nee weten jullie dat zeker?" ‘Ja hoor kijk maar op het bord’. En ja hoor bij de tijdklok stond aangegeven hoeveel dames en hoeveel heren er tot dan toe waren binnen gekomen en dat waren er op dat moment 35 heren en 1 vrouw, en die enige vrouw ben ik! “Echt te gek, dit is wel een ontzettende grote lichtstraal in de afgelopen donkere dagen!!!”. Helemaal toen ik besefte dat ik echt hard had gelopen, want pas 45 minuten later kwam de tweede vrouw over de finish. Ik had ze echt allemaal zoek gelopen. Huub had ook fantastisch goed gelopen, hij was derde heer geworden dus we mogen samen op het podium. Helaas was Ronnie wat minder tevreden over zijn prestatie, maar toch een om erg trots op te zijn, want hij was vijfde heer geworden, maar hij had een podiumplek in zijn hoofd.
Wat een mooie dag was het geworden, wat ik aanvankelijk nooit had gedacht. We sloten de dag af door met zijn vijven heerlijk uit eten te gaan in het restaurant op de camping. Dankzij Ronnie, Janna, Huub en Matthew heb ik deze overwinning te danken, want zonder hun was ik nooit gestart. Super bedankt!!!
Ik zeg: “Don’t run away from challenges, just run over them!”
Zie artikelen op de volgende hardlooppagina's:
- ultraned