Trans Gran Canaria

“Met een vermoeid en ongetraind lichaam aan de start staan van een 125km race met 8000D+, is dat verstandig?” vroeg ik mijzelf dagen voor de race af.

 

Dankzij lieve en wijze woorden van Thomas, had ik besloten om te doen wat ik het liefste doe: genieten van het trailrunnen en het prachtige eiland, zonder me dan ook iets van andere aan te trekken. “Fuck the expectations” van alles en iedereen. Puur lopen omdat IK het wil en omdat IK het kan.

Met deze insteek stond ik vrijdag 4 maart om 23:00uur aan de start van de Trans Gran Canaria. Het begin van de race zou het zwaarste zijn, in dat stuk zouden de meest technische passages zitten en de meeste hoogtemeters per kilometer. Ik genoot van het prachtige parcours. Ik kwam in mijn ritme en het ging niet onaardig. Het enige wat mij dwars zat was mijn opgeblazen buik. Ik heb vaak last van maagdarmklachten als ik een stress heb, dus ik hoopte dat het weg zou trekken. 

 

De eerste afdaling was fantastisch, lekker technisch en steil en in het donker. Ik vloog iedereen voorbij. 

Na 30 km werd mijn opgeblazen buik helaas vervelender. Ik moest naar de WC/bosjes. Het was niet goed. Nadien moest ik elke keer als ik wat gegeten de bosjes in duiken. “ Al mijn energie ging verloren”. Ik probeerde het te negeren en te blijven genieten. En ik genoot! Totdat mijn achterwerk ging ontsteken. Het prikte als hel.

 

Op het 80km punt zat ik er aardig doorheen. De energie was op en mijn achterwerk deed behoorlijk pijn, waardoor ik wijdbeens moest lopen. “Moet er komisch uit hebben gezien”, bedenk ik mij nu. Ik besloot een pauze in te lassen. Even had ik een moment van twijfel of ik wel door moest gaan. “Maar waarom zou ik stoppen? Mijn benen deden het nog prima. Het was puur mijn energie niveau en conditie die me op dit moment de das om deed”. Langzaam besloot ik verder te gaan. Mijn darmen werkte nog steeds niet mee, maar meer dan energie verlies en vaak in de bosjes zitten was het niet. Totdat ik op het 100km punt aankwam: daar moest ik 3x overgeven. Totaal leeg. Ik durfde geen hap meer te nemen door de angst nog een keer te moeten overgeven. Ik moest van de mensen van de bevoorradingspost op een strandbed gaan liggen om tot rust te komen. Ze waren super behulpzaam en deden er alles aan om me te verzorgen. Toen ik daar lag, werd ik ontzettend moe, ik was immers al een hele nacht en een dag wakker en het was nu weer donker. Even sloot ik mijn ogen. Volgens mij heb ik 1 minuut geslapen. Ze vroegen of ik verder wilde. Ik twijfelde geen seconde: “ik ga die finish halen, hoe dan ook, al moet ik kruipen”. Gewoon omdat Ik het kan! De laatste kilometers waren een marteling voor je voeten. Er lagen allemaal rotsen schots en scheef op de grond, net te klein om lekker je voet op de plaatsen en te zwaar om ze met je voet weg te duwen. Het leek net of de stenen direct uit de hemel daar gedumpd waren. Gelukkig was ik niet de enige die moeite had met deze laatse kilometers. Ik haalde weliswaar mensen in. “Ik kom er wel, langzaam, maar ik ga het halen”. Twee kilometer voor de finish stonden Jeroen & Thomas op mij te wachten. Speciaal voor mij waren ze opgebleven om mij de laatste moed in te praten, superlief! Thnx guys! Bij de Finish kwam een ontlading, “Ik  had het toch maar geflikt”. En het belangrijkste van alles: Ik had genoten! Toch wel een beetje trots op mijn lichaam, dat ie dit kan zonder voorbereiding, onvoldoende energie en met stress. Tijdens de race heb ik goed kunnen nadenken: “Trailrunnen maakt mij gelukkig, niemand pakt dit van mij af. Vanaf nu ga ik mijn rust pakken en “nee” zeggen, tijd voor mezelf nemen en hetgene doen wat me gelukkig maakt.